Betekenis nederig
de·rig 1) (van een persoon) zo dat het lijkt alsof iemand zichzelf onbelangrijk vindt Antoniemen: hoogmoedig, arrogant uw nederige dienaar (ik) 2) (van iets) eenvoudig, niet bijzonder Voorbeeld: 'een nederige boerenwoning' Synoniemen: bescheiden deem. Betekenis: • Ingesteldheid waar 'n mens nie dink jy is beter as ander nie. Gebruik: • Dit is belangrik om ten spyte van jou prestasies altyd nederig te bly. Sinoniem: • beskeie • ingetoë • ootmoedig Antoniem: • arrogant • hoogmoedig • trots Afgelei: • nederiges • nederigheid Vertaling: Engels: humble, modest, lowly. Betekenis nederig nederig. een onderdanige houding aannemend Hij maakte een buiging als een nederige dienaar. `Ik weet het; zei de majordomus. 'Het was ijdele hoop dat dit u zou ontgaan. Ik vraag u met klem de grootmoedigheid op te brengen om mijn nederige excuses te aanvaarden.
Bescheiden Es ist absolut hinreißend und so bescheiden, was ich wirklich wollte. It is absolutely gorgeous and so modest which I really wanted. Obwohl sie wohlhabend ist, bleibt sie bescheiden und freundlich zu allen. Even though she is well-off, she remains humble and kind to everyone. Manchmal geben Menschen zu laut an und vergessen dabei, bescheiden.
Onderdanig biedt zeven verschillende definities van het bijvoeglijk naamwoord onderdanig, dat betekent dat iemand iemand anders belangrijker vindt dan zichzelf en die wilt gehoorzamen. Ook toont het gerelateerde woorden, definities en voorbeelden van onderdanig.
Bescheiden
Find out the meanings and usage of the German word bescheiden in English. See examples of bescheiden as a verb, adjective and adverb in different contexts and dictionaries. Translation for 'bescheiden' using the free German-English dictionary by LANGENSCHEIDT -– with examples, synonyms and pronunciation.Deemoedig
moe·dig nederig, onderworpen Voorbeeld: 'zich deemoedig opstellen in een debat' Synoniemen: berouwvol hoogmoedig (antoniem) 1 definitie Gevonden op Deemoedig betekent dus dat je je dienstbaar of nederig opstelt. Deemoedig is in de zestiende eeuw, waarschijnlijk in christelijke kringen, ontleend aan het Duits: het Duitse woord is Demut.Deemoedig deemoedig (comparative deemoediger, superlative deemoedigst) humble, modest, meek.